Moerdijk

Tomasz knokte zich vanuit de Brabantse bossen terug

Van een tentje in de bossen naar een kamer in een voormalig hotel. En als grote wens hierna een eigen woning.

Onderzoeksredactie Onderzoeksredactie

Hij leefde in een tentje in de Roosendaalse bossen, weken werden uiteindelijk toch nog maanden. Slapend op zijn eigen kleding in plaats van een slaapzak. Tomasz hield zich staande door gesprekken met de stichting Barka, een warme bak koffie, een douche en boeken lezen in de bibliotheek. Hij sprak toen de wens uit: “Voor de toekomst wil ik niet veel, gewoon aan het werk en een dak boven mijn hoofd.” In dit artikel vertelt hij hoe het hem vergaan is en hoe hij zich terug vocht.

Vanaf 2018 verricht Tomasz werkzaamheden in Nederland als orderpicker of laden en lossen in de logistiek. In de eerste ‘natte maanden’ van 2024 komt hij op straat te staan omdat de opdrachtgever het uitzendbureau waar hij voor werkt te duur vind. Met geleend geld koopt hij een tentje en gaat overleven in de Brabantse bossen. Dan wordt hij ook nog beroofd en raakt daarbij onder andere zijn identiteitsbewijs kwijt. Nu spreken we een andere man dan in de tijd dat hij in de natuur verbleef. Een kerel met een vol gezicht en pretogen.

Het douchen houdt je fris.

Kamil Mostowski is straatwerker bij de stichting Barka: “Wat we vaak zien gebeuren met de mensen die op straat belanden, is dat ze aan de drank of drugs gaan. Zij berusten in hun situatie op straat en dat wordt dan hun comfortzone. Bij Tomasz hebben we altijd het idee gehad dat hij het kon redden. ”

In de maanden tussen ons eerste gesprek en nu helpt de stichting Barka hem met nieuwe documenten zoals een identiteitsbewijs. Tomasz op zijn beurt helpt een andere arbeidsmigrant die ook in de buurt van zijn tent komt te ‘wonen’. Deze wordt notabene nog van dat onderkomen beroofd. Ondertussen helpen de gesprekken bij de medewerkers van Barka om er mentaal niet aan onder door te gaan. Hij vertelt: “Ook de warme koppen koffie en het kunnen douchen zijn heel belangrijk, ja het douchen houdt je fris en dan voel je je weer lekker.”

Ik wil hier weg en aan het werk.

Het wordt steeds drukker met arbeidsmigranten die in de buurt van Tomasz verblijven. Hij krijgt steeds meer het gevoel dat dit niet goed is. Terwijl hij zijn geld verdient met het innen van statiegeld van opgeraapte flessen en blikjes krijgt hij het gevoel: “Ik wil hier weg en aan het werk.” Via een collega komt hij aan een baan waar hij pallets in elkaar moet zetten. “Op 24 oktober 2024 verliet ik het bos”, is zijn antwoord alsof het in zijn geheugen gebeiteld staat.

Terugkijkend op de situatie vertelt hij wat hij anders zou doen. “Het is belangrijk om niet bij de pakken neer te gaan zitten. Je loopt het risico depressief te raken.” Meteen op zoek naar ander werk is zijn advies ook naar andere arbeidsmigranten die dit overkomt. “En meteen contact zoeken met Barka.”

Nu woont hij in een hotel

Nu woont hij in een ‘hotel’ waar hij zijn kamer deelt met twee andere internationale werknemers. Door zijn achtergrond als kok maakt hij zijn eten zelf.  Hij heeft een fiets aangeschaft om zich te kunnen verplaatsen naar de supermarkt zeven kilometer verderop. Echter is er ook de mogelijkheid om levenswaren te kopen in het Poolse supermarktje in het hotel zelf.

De fysieke verandering bij Tomasz is overduidelijk te zien als hij zijn jasje uit doet. Een stevige borstkas wordt zichtbaar. Als ik hem vraag of hij tegenwoordig traint is het antwoord glimlachend: “Nee dat is van het pallets sjouwen, puur en alleen van het werken.” Wel voegt hij er nog aan toe dat hij samen met een andere bewoner bezig is om een ruimte in te richten in het hotel waar ze aan fitness kunnen doen.

Arbeidsomstandigheden

Per werkdag heeft hij een half uur pauze en twee maal een kwartier een koffiebreak. Per week krijgt hij te horen hoe zijn rooster eruit ziet. Hij weet dan ook niet of hij met de komende feestdagen aan de bak moet. Maar als dat zo is dan gaat hij aan de slag, zegt hij lachend en zonder twijfel. Met zijn grove werkhanden maakt hij het gebaar wat zoveel wil zeggen als geld verdienen. Het bedrijf waar hij voor werkt zorgt ervoor dat de werknemers een verplicht rood veiligheidshesje dragen en bijvoorbeeld veiligheidsschoenen.

Kamil verduidelijkt: “Tomasz heeft een reistijd van twee uur naar zijn werk en twee uur terugreizen. Met andere woorden als hij om 16:00 uur moet beginnen is hij feitelijk om 14:00 uur al met zijn werk bezig en aan het einde van de werkdag is het dan rond middernacht als Tomasz thuis komt.”

Trots

Als we voor het hotel staan, wijst Tomasz naar een raam op de tweede verdieping: “Kijk, daar woon ik nu”, klinkt het met enige trots uit zijn mond. Zijn wens voor het komende jaar: “Wat ik heel graag zou willen is een eigen huis. Dit is goed maar ik zou graag wat privacy willen. Je zit toch met twee andere mensen op een kamer en dan ben je het niet altijd eens met elkaar.” Met die wens in gedachten maar ook een tevreden blik loopt hij terug naar zijn kamer.