Tweede Kamer oordeelt: ‘oneigenlijk gebruik coronasteun cultuur is volstrekt ongepast’
Oneigenlijk omgaan met coronasteungeld is voor de Tweede Kamer volstrekt onaanvaardbaar. (Foto: Pixabay)
De Tweede Kamer heeft donderdag afstand genomen van het oneigenlijk gebruik van coronasteunmiddelen, zoals dat onder meer in Bergen op Zoom is gebeurd: “Coronasteun voor cultuur dient ook daadwerkelijk besteed te worden aan de kunst- en cultuursector. Het is volstrekt ongepast om dit geld te besteden aan andere zaken dan aan de kunst- en cultuursector.”
Een motie van Frans Wassenberg van de Partij voor de Dieren (PvdD) is in meerderheid aangenomen. Daarmee krijgen gemeenten die creatief zijn omgegaan met de steungelden een stevige tik op de vingers. De motie is mede ingediend door de fracties van PvdA, SP, GroenLinks, D66, Groep Van Haga, Volt en Ja21.
Geen geld meer naar topambtenaren
De Tweede Kamer heeft donderdag nadrukkelijk bepaald dat coronageld voor de cultuursector niet voor oneigenlijke doelen gebruikt mag worden. Aanleiding voor de motie is de Bergse kwestie, waarbij cultuursteun onder meer naar salarissen van topambtenaren is gegaan. De clubs en verenigingen zelf kregen slechts drie procent van de 1,4 miljoen die Bergen op Zoom van het Rijk heeft ontvangen.
Geld besteden waarvoor het bedoeld is
Ook een tweede motie van de Partij voor de Dieren (PvdD), met dezelfde mede-indieners, heeft de Tweede Kamer donderdag in meerderheid aangenomen; waarbij de clubs die geld zijn misgelopen snel gecompenseerd dienen te worden. “Geld uit het coronasteunpakket, dat was bedoeld voor de cultuursector, is op sommige plaatsen in het land niet uitgegeven of zelfs besteed aan andere zaken dan de cultuursector”, schrijft Wassenberg in zijn motie. De Kamer heeft de minister in een eerder stadium al gewaarschuwd voor het verkeerd uitgeven van de voor de cultuursector bestemde coronasteun, merkt de volksvertegenwoordiger op in de motietekst.
Misstanden in kaart brengen
Het vermoeden is, dat Bergen op Zoom niet de enige gemeente is waar coronageld op een oneigenlijke of omstreden manier is verdeeld. Daarom krijgt de regering de opdracht om snel in kaart te brengen waar en voor welke bedragen de cultuursector de coronasteun is misgelopen. Ook moet de minister, samen met de instanties die de Rijksmiddelen uitkeren, zorgen dat de cultuursector deze gelden alsnog krijgt toegewezen.
Bron: Tweede Kamer