Roosendaal

Vakbonden en OR willen meteen extern onderzoek angstcultuur gemeente Roosendaal

angstcultuur gemeente Roosendaal

In de brief staat duidelijk wat er volgens de ondernemingsraad en bonden dient te gebeuren.

Onderzoeksredactie Onderzoeksredactie

Het voorstel van de Roosendaalse burgemeester Mark Buijs om eerst zelf gesprekken te voeren naar aanleiding van de slechte sfeer en problemen op de werkvloer bij Gemeente Roosendaal lijkt intern niet met gejuich ontvangen. In een gezamenlijke brief roepen de ondernemingsraad (OR) en twee vakbonden op meteen een extern bureau in te schakelen.

In de raadsvergadering van 12 september werd door de raad aangestuurd op onafhankelijk onderzoek naar het functioneren van de ambtelijke organisatie, waarbij de omgangsvormen en angstcultuur in de gemeente centraal moesten staan. Uiteindelijk kreeg de burgemeester echter de ruimte om eerst zelf met persoonlijke gesprekken in beeld te gaan brengen wat er mis is. Inmiddels is gebleken dat de OR en vakbonden andere ideeën hebben.

Dringende oproep

Vakbonden spreken niet alleen namens leden, vertelde een woordvoerder van de FNV onze redactie in eerder onderzoek naar de gang van zaken bij de gemeente. Een OR vertegenwoordigt sowieso alle werknemers. Samen met vier vertegenwoordigers van CNV en FNV heeft de voorzitter van de OR een dringende schriftelijke oproep gestuurd, gericht aan wethouder Evelien van der Star en gemeentesecretaris Henk Klaucke. Met het verzoek meteen over te gaan tot een onafhankelijke onderzoek. Volgens de brief hebben er “in ieder geval 10 medewerkers” schade ondervonden van de slechte sfeer en omgangsvormen.

Andere organisatievorm

De schrijvers zijn zich ervan bewust dat dit in eerste instantie tot ongemakkelijke situaties gaat leiden: “Een onderzoek naar (mogelijke) misstanden zal onvermijdelijk opnieuw stof tot discussie met zich meebrengen.” Toch zien ze het als de enige juiste weg naar structurele verbetering. Naast erkenning van de problemen, mogelijke compensatie en waar nodig de hand in eigen boezem durven steken, moet er gekeken worden naar een betere bestuur- en werkcultuur. Mogelijk zelfs naar een andere organisatievorm.

Meerdere bronnen die deze redactie te woord stonden in de afgelopen periode spraken hun twijfels uit over de zelfsturende teams, die wel erg veel weerbaarheid vragen van individuele ambtenaren. Ook de burgervader gaf tijdens de raadsvergadering toe dat de afstand tussen hen en aanspreekbare managers of bestuurders groot kan lijken.

Voor de raad blijft veilige werksfeer prioriteit

Op 12 september nam PvdA-raadslid Björn Rommens namens meerdere partijen het woord in een interpellatiedebat. Die avond werd tevens de motie van de Roosendaalse Lijst om per direct een onafhankelijk onderzoek te starten besproken. Dat haalde het uiteindelijk niet omdat de raad meeging in het voorstel van burgemeester Buijs. In een reactie op de brief laat Rommens weten dat een veilige werksfeer nog altijd prioriteit nummer één is. Het vorige week geuitte voornemen van wethouder Van der Star dat het vanaf nu anders moet wordt toegejuicht maar, zo meldt Björn: “Een nieuwe bestuurscultuur is niet een jasje wat je even aantrekt, maar dat gaat om het veranderen van houding en gedrag van mensen.”

Hij is het dan ook eens met de inhoud van de brief, die zeker besproken gaat worden met de burgemeester: “Aangezien de uitvoering van de motie bij hem ligt, is dit wel een duidelijk signaal van de ambtenaren dat zij graag in gesprek willen met een onafhankelijk bureau om het over (mogelijke) misstanden te hebben. Ik ga er dan ook vanuit dat hij het onderzoek uitgevoerd door een onafhankelijk extern bureau zo snel mogelijk oppakt.”

Ook Buijs wil onderste steen boven

In een korte telefonische reactie reageert burgemeester Buijs ook zelf op de brief: “Volgens mij heb ik in de gemeenteraad gezegd dat ik, net als de gemeenteraad, de onderste steen boven wil hebben én een extern onderzoek wil hebben.” Eerst wil hij echter de kloof gaan dichten om te zorgen dat een onderzoek ook effect heeft. Over de bewuste brief: “Die ga ik eerst met de mensen bespreken die ‘m verstuurd hebben, alvorens ik die met de pers ga bespreken.” Hij benadrukt het van belang te vinden om juist nu eerst mét in plaats van óver elkaar te gaan praten.