Roosendaal

Vastgoedreus botst met gemeente over Roselaar

Herbert Kats Herbert Kats

Vastgoedreus Wereldhave is het op een groot aantal punten oneens met de veranderingen die de gemeente voor winkelcentrum Roselaar in petto heeft. Het Amsterdamse advocatenbureau Hemwood heeft dat in een zogeheten zienswijze aan de Roosendaalse gemeenteraad duidelijk gemaakt.

De gemeente wil een zogeheten voorkeursrecht vestigen op een deel van de Roselaar. Dat zou een andere – deels groenere – invulling dan nu mogelijk maken. Volgens de advocaten wil de gemeente inbreiden en uitbreiden, maar komt dat neer op een aanpassing van de functie van het gebied.

Hemwood  laat weten dat de vastgoedeigenaar verwacht dat de voorgenomen stappen ‘bijna iedere vorm van samenwerking tussen Wereldhave en derden om een eventuele herontwikkeling te realiseren’ zal verhinderen. Dat zelfde geldt voor de financiering.

Volgens het advocatenbureau is het college abuis als het gaat om wijziging van de planologische grondslag. Volgens Hemwood is die namelijk al beschreven. De noodzaak van de aanpassing ‘is niet aangetoond’, klinkt het.

Op de raad wordt een beroep gedaan de plannen terug te draaien. Wereldhave is ‘graag bereid’ om de de politiek een mondelinge toelichting te geven. Het concern bezit het stuk waarin de winkels van De Hypotheekshop, Wibra en Shoeby zijn gevestigd.

Transformatie

De gemeente gaat het onder meer om een ruimere woonbestemming, meer groen en verbreding van de Laan van Brabant. Ofwel de zogeheten ’transformatie in een groene allee’.

De beweegredenen om dit te doen zijn in de ogen van Wereldhave niet voorzien van ‘een deugdelijke motivatie’. De advocaten spreken van een ‘lichtzinnige aanwijzing in het kader van het zorgvuldigheids- evenredigheids- en motiveringsbeginsel’.

Begrotingstekort

Het gaat in totaliteit om een flink gebied van ruim 10 hectare, met 21 percelen. Wereldhave twijfelt hardop aan de praktische uitvoerbaarheid van de Roosendaalse wensen. Daarbij wordt gewezen op het begrotingstekort van de gemeente dat 14 miljoen euro bedraagt. In relatie tot de -ongetwijfeld pittige – aanschafkosten van de betrokken panden in de ogen van het vastgoedbedrijf een hinderpaal.