Verborgen zorgen: De onzichtbare zwangerschappen van arbeidsmigranten in West-Brabant
Voor arbeidsmigranten is onbedoeld zwanger raken behoorlijk problematisch. Ze proberen het op de werkvloer maar ook privé vaak te verbergen, bang om die baan en hun onderkomen te verliezen. Soms melden deze vrouwen zich daarom pas voor hulp als ze op het punt van bevallen staan en meermaals per jaar worden in deze regio geboren kinderen afgestaan voor adoptie. De onderzoeksredactie van streekomroep ZuidWest is uit gaan zoeken wat er in West-Brabant zoal speelt.
Brigitte Rovers is coördinator zwangerenzorg bij het Bravis ziekenhuis. Als mensen niet-medische ondersteuning nodig hebben bij een zwangerschap komt zij in actie. Ze weet zowel binnen de zorginstelling als daarbuiten de weg en heeft volop contacten met allerlei hulpinstanties. Ook arbeidsmigranten komen op haar pad. Soms al in het prille begin van een zwangerschap, soms pas als de bevalling eraan zit te komen.
Geen oordeel
Belangrijk daarbij is dat de ouders altijd de regie houden. Ze blijft daarbij heel open, met respect voor de situatie; “Ik heb geen oordeel. Het is zoals het is. We gaan vooral kijken wat mensen nodig hebben.” Pas als er aan de veiligheid van het kind wordt getwijfeld kan het gebeuren dat die regie wordt overgenomen. Vanzelfsprekend gaan daar wel gesprekken aan vooraf met ouders. Ze benadrukt dat zij alleen kan adviseren en signaleren. Het is niet aan haar om keuzes te maken. Dat wordt door instanties als Veilig Thuis gedaan. Zelfs als ze daar een melding doet, bespreekt ze dat met de ouders. ‘Open en transparant’, is haar leidraad. Zij is er vooral om te helpen en ouders op weg te helpen.
Afstand doen van een kind
Er zitten duidelijk golfbewegingen in het aantal zwangere arbeidsmigranten in de regio, vertelt Brigitte. En dan moeten deze vrouwen wel eens dramatische keuzes maken. Het is niet alleen vaak zo dat ze hun zwangerschap met bepaalde kleding verborgen houden, zowel op het werk als op hun woonplekken, uit angst die baan te verliezen. Het komt ook voor dat ze afstand doen van hun kind, vertelt de coördinator. En daar zitten eveneens schommelingen in, qua aantallen. Het is nu rustig maar in 2022 en 2023 had ze er in anderhalf jaar vijf. “En dat is best veel.” Of ze het snapt, zo’n keuze. Het blijft heel even stil… “Soms is de wanhoop zo groot en wil een moeder dat kind toch een goed leven geven.”
Er zijn meerdere redenen voor de vrouwen die zich melden om dergelijke heftige beslissingen te nemen. Dat heeft bijvoorbeeld te maken met de slechte woonomstandigheden; “Ze zitten soms met z’n tienen in een hokje.” Maar ook met schaamte voor de familie in het thuisland, of de angst hier geen werk meer te krijgen terwijl die inkomsten onmisbaar zijn. Arbeidsmigranten komen hier geregeld geld verdienen om eerdere schulden, van zichzelf of hun naasten, af te lossen.
Er gaat ook veel goed
Gelukkig gaat het ook vaak goed, vertelt Rovers. Dan melden de betreffende aanstaande ouders zich tijdig en willen ze hun kind vooral een stabiele en veilige omgeving bieden om in op te groeien. Dan wordt gekeken of er betere woonomstandigheden te vinden zijn bijvoorbeeld. Daar is al net zo min een regelmaat of patroon in te vinden. “Soms heb je er in vijf maanden geen gezien en dan komen er ineens vier in één of twee weken.” Het geeft sowieso geen volledig beeld, weet Brigitte. Mensen komen pas bij haar terecht als ze aanvullende hulp willen. Er zijn mensen die het hier zelf regelen, anderen zien hier geen toekomst en besluiten terug te gaan. Soms bevallen ze hier, soms ook daar. Of, dat komt eveneens geregeld voor, het kind gaat naar familie in hun thuisland en zij komen terug om te werken.
Schrijnende situaties
Nogmaals benoemt de coördinator dat het ook zeker wel eens prima geregeld is. Met name arbeidsmigranten die wat langer hier verblijven hebben het al beter voor elkaar, met een eigen huisje en voldoende inkomen. Maar er zijn veel schrijnende situaties, van grote aantallen mensen in veel te kleine onderkomens tot verblijven “boven een drugshol”, vertelt ze. Geregeld wordt ervan uitgegaan dat ze vanwege die zwangerschap vast een eigen woning krijgen. Dat is dan een grote teleurstelling want zo werkt het niet. “Soms duurt het best lang voordat dit doordringt.”
Brigitte is blij met de samenwerking met Barka, een Poolse organisatie die in veel Europese landen met en voor kwetsbare arbeidsmigranten werkt. Daar spreken ze zowel letterlijk als figuurlijk de taal van deze doelgroep. Het lukt hen vaak beter om uit te leggen waarom bepaalde dingen gaan zoals ze gaan. De cultuurverschillen spelen op meer momenten en manieren een rol. Dat wordt bijvoorbeeld duidelijk omdat zwangere vrouwen tot kort voor de bevalling doorwerken en vaak erna ook snel weer verder willen. Soms na een week al.
‘Niet zo de straat op’
Als mensen hier geen voorzieningen hebben en geen eigen onderkomen, wordt het al snel lastig na een bevalling. Dan kan ook een coördinator weinig meer beginnen dan doorverwijzen naar instanties, vooral om te zorgen dat ze uiteindelijk veilig bevallen. “Als ze komen…” Soms maken mensen andere keuzes en besluiten ze toch in hun eigen land te bevallen. Als ze wel hier (in Bravis) bevallen maar er verder niets is geregeld, moet ze het wel melden bij de betreffende instanties. “Je kan een kind niet meegeven, zo de straat op.”
Eigenlijk hopen Brigitte en haar collega’s vooral dat zwangere arbeidsmigranten zich zo snel mogelijk melden bij de verloskundige. Dit om de algemene toestand van een moeder en de ontwikkeling van de baby goed te kunnen volgen. Angst voor hun werkgevers hoeven zij daarbij niet te hebben. Zowel verloskundigen als gynaecologen hebben een beroepsgeheim.
Ongeveer vijf kinderen per jaar, voor zover bekend
De coördinator zwangerschap van Bravis spreekt over vijf vrouwen die in anderhalf jaar tijd besloten hun kind af te staan. De Raad voor de Kinderbescherming (RVK) noemt voor deze regio nog hogere getallen en spreekt van gemiddeld vijf per jaar. Ook hier moet worden opgemerkt dat cijfers bij instanties nooit volledig zijn, simpelweg omdat niet iedereen zich meldt of niet met de betreffende organisatie in aanraking komt. De RVK bemoeit zich in mindere mate mat het adoptieproces, daar zijn andere instellingen voor. De hulpverlening richt zich vooral op het nemen van de juiste beslissing over het houden of afstaan van een kind.
Stijging aantal zwangerschappen
Fiom helpt mensen bij onder meer ongewenste zwangerschap en adoptie. In de afgelopen jaren werd een stijging waargenomen in het aantal zwangerschappen bij vrouwen met een buitenlandse achtergrond, van arbeidsmigranten tot studenten en zelfs vrouwen die voor een abortus naar Nederland afreizen. Daarom zijn delen van de website inmiddels in meer talen beschikbaar en zijn er flyers gemaakt. Jaarlijks maakt de organisatie een rapport met adoptiecijfers. Daarin vielen tot voor kort de arbeidsmigranten uit bepaalde landen nog onder het kopje ‘anders’. Dat is nadat we er vragen over stelden aangepast.
De organisatie kent de argumenten van vrouwen die hier als arbeidsmigrant werkzaam zijn om de komst van een kind te verbergen. Ze zijn bang uit een woning gezet te worden of hun baan kwijt te raken. Vaak blijken ze daarnaast amper op de hoogte zijn van de beschikbare zorgmogelijkheden en de geheimhoudingsplicht van zorgverleners.
Geen cijfers bij GGD West-Brabant
GGD West-Brabant zegt niet over cijfers te beschikken. De organisatie meldt dat er maatwerk is in aanbod en communicatiemiddelen maar licht dit niet toe. En er zijn samenwerkingen met andere organisaties, werkgevers en huisvesters. Onder meer in het project Nu Niet Zwanger en meer specifiek met stichting Barka.
Huisvesting is vaak een grote zorg
Samenwerkingspartner Barka wordt veel genoemd door de verschillende instellingen. Daarom spraken wij met Barbara Smietana, die in deze regio namens deze organisatie veel doet voor Oost-Europese arbeidsmigranten. Ze is onderdeel van de projectgroep Nu Niet Zwanger en staat in nauw contact met de zwangerschap coördinator van Bravis. Zij vertelt dat moeders na de bevalling vaak wel weer aan het werk mogen maar dan met hun kindje niet meer welkom zijn in de huisvesting van de werkgever of huisbaas.
Deze productie kwam mede tot stand met behulp van het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten en het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek.