Roosendaal

Verslagenheid bij egelopvang na vernieling van nieuw verblijf

Sven de Laet Sven de Laet

Verslagen zijn ze: Dré en Conny Scheeres, die samen al ruim twintig jaar de egelopvang in Roosendaal runnen. Want terwijl de gewonde en zieke diertjes volop binnenstromen – dit jaar al meer dan 300 – is het schuurtje waarmee ze wilden uitbreiden, vernield. “We hebben al zo veel stress, dan komt dit er ook nog bij.”

Het is hoogseizoen bij de opvang, vertelt Dré. “We zitten midden in de babytijd. Dan zijn er altijd een hoop jonkies, waarvan de moeder wordt doodgereden. De kleintjes die dan uit het nest kruipen, worden vaak verzwakt gevonden door mensen.” Die kloppen vervolgens bij de Roosendaalse opvang aan. “Het worden er steeds meer. Afgelopen jaar tikten we de 500 aan en dat getal gaan we ook dit jaar weer halen.”

En daarmee wordt de opvang te klein. “Nu zitten de egeltjes in twee tuinhuizen, maar er is echt meer ruimte nodig. Daarom hebben we de pijlen gericht op ons schuurtje.” De plannen waren al zo goed als rond. “Binnenkort moesten daar nieuwe kooien komen, twee behandeltafels en alle middelen die nodig zijn voor een goede verzorging.”

Dat zal vast meevallen, dacht ik. Tot ik ging kijken: heel de muur was kapot.

Maar er is nu een flinke kink in de kabel. “Een week of twee geleden kwam een jongen van de overkant naar ons toe. ‘Buurman, er zit een deuk in uw schuurtje.’ Dat zal vast meevallen, dacht ik. Tot ik ging kijken: heel de muur was kapot. Waarschijnlijk is iemand er hard tegenaan gereden.”

Wat er precies is gebeurd, blijft een raadsel. Het is hoe dan ook een flinke extra kostenpost voor de opvang, die het toch al zwaar heeft. “Wij kregen totaal geen subsidie. We zijn deels afhankelijk van donateurs, maar daarmee kom je bij lange na niet rond. Dus verzamelen we onder andere kleding en frietvet, waarmee we wat geld proberen op te halen.”

Egels zijn toch een ondergeschoven diertje. We zien ze vooral platgereden op de weg.

Dré denkt wel te weten waar het gebrek aan financiële steun vandaan komt. “Egels zijn toch een beetje een ondergeschoven diertje. Het is nou eenmaal geen kat of hond. Zo’n beestje leeft voornamelijk ’s nachts en we zien ze vooral platgereden op de weg. Dat helpt allemaal niet.”

Zelf ziet hij dat juist als een extra reden om op te komen voor de prikkelige beestjes. “Regelmatig heb ik me afgevraagd of ik hier wel mee door moet gaan. Ik word 63 en heb vaak enorm veel stress. Dan hangt er weer iemand aan de lijn, die wil dat we een gevonden egeltje op komen halen. Maar dat lukt nou eenmaal niet altijd. Dan worden ze boos. Maar kijk ik dan naar zo’n ziek egeltje dat er weer bovenop komt, weet je weer waar je het voor doet.

Een vrouw in België hoorde over het vernielde schuurtje en trok zich het last van de diertjes én het Roosendaalse echtpaar aan. “Ik hoorde dat ze een crowdfunding voor ons is begonnen. Dat geeft je weer vertrouwen in de mens.” Zo wordt het wellicht toch mogelijk om het nieuwe verblijf later dit jaar te verwezenlijken. “Dat zou geweldig zijn.”