West-Brabant

Vertrekkend dijkgraaf Kees Jan de Vet: ‘Water vraagt om politieke keuzes’

Videospeler wordt geladen.
Huidige tijd 0:00
Tijdsduur 0:00
Geladen: 0%
Streamtype LIVE
Resterende tijd 0:00
 
1x
    • Hoofdstukken
    • beschrijvingen uit, geselecteerd
    • ondertiteling uit, geselecteerd

      Han Verbeem Han Verbeem

      Na zeven intensieve jaren neemt Kees Jan de Vet deze week afscheid als dijkgraaf van Waterschap Brabantse Delta. Zijn ambtsperiode viel samen met een periode waarin de maatschappelijke discussies over klimaatverandering, waterveiligheid en zoetwaterbeschikbaarheid sterk toenamen. “Toen ik begon, vroegen mensen zich nog hardop af of waterschappen wel nodig waren. Nu hoor je dat niemand meer zeggen.”

      Volgens De Vet is die ommekeer logisch. De maatschappelijke relevantie van de waterschappen is alleen maar toegenomen. “De klimaatverandering is geen abstract begrip meer,” zegt hij. “Na de overstromingen in Limburg in 2021, waarbij in buurlanden dodelijke slachtoffers vielen, beseffen we steeds beter dat we in Nederland écht werk moeten maken van klimaatadaptatie. En daar spelen de waterschappen een sleutelrol in.”

      Waterschappen worden politieker

      Wat De Vet betreft moet de toekomst van het waterbeheer ook nadrukkelijker een politieke kwestie worden. “We moeten keuzes durven maken: op welke plekken gaan we niet meer bouwen? Wat verwachten we van inwoners als het gaat om afkoppelen van regenwater? Hoe verdelen we straks het steeds schaarser wordende zoete water? Dat zijn vragen die geld kosten, maar vooral ook moed vereisen. En dus politieke duidelijkheid.”

      Water uit de Brabantse Wal

      Een speerpunt in De Vets periode als dijkgraaf was het beter benutten van het zoete water dat vanaf de Brabantse Wal richting de Westerschelde stroomt. “Vanaf dag één vond ik het onvoorstelbaar dat dagelijks twee keer de waterconsumptie van alle Zeeuwse gezinnen gewoon wegspoelt,” zegt hij. “We laten kostbaar water lopen, terwijl natuur en landbouw daar om staan te springen.”

      Dankzij een reeks studies en investeringen uit het nationale Deltaprogramma, is de realisatie van deze plannen inmiddels dichtbij. Zo komt er in het Markiezaatsmeer een groot natuurherstelproject waarbij water uit de Brabantse Wal wordt ingezet. “Dat betekent minder verdroging in de omgeving én meer water voor de landbouw. Dat is winst aan meerdere kanten.”

      Kerk van Wouw

      Wat de toekomst betreft, spreekt De Vet liever niet over pensioen. “Belgen noemen dat ‘rustgeld’. Maar ik vind noch rust, noch geld bij mij passen,” grapt hij. Stilzitten is dan ook niet de bedoeling. “Ik blijf me inzetten voor vraagstukken rond water en klimaat. Daarnaast ben ik gevraagd om mee te helpen bij de restauratie van de Lambertuskerk van Wouw – wat ik een van de mooiste Rijksmonumenten van de regio vind.”

      Tegelijkertijd ziet De Vet ruimte voor reflectie en verbinding. “Ik heb in de afgelopen jaren veel van mijn tijd gegeven aan mijn werk. Nu is het ook tijd voor mijn gezin en vrienden, om weer echt aanwezig te zijn.”