Vervallen eerbetoon aan Van Duinkerken uit protest in zwart plastic gewikkeld
Het Bergse kunstenaarscollectief Krot & Co is bepaald niet blij met hoe de gemeente omgaat met kunst in de openbare ruimte. Een door henzelf vervaardigd eerbetoon aan Anton van Duinkerken is zelfs dermate verwaarloosd en letterlijk verrot, dat de makers het dinsdagmiddag in zwart plastic hebben verpakt. Als vorm van protest en omdat ze niet willen dat het werk op deze manier nog publiekelijk zichtbaar is.
In 2003 verscheen op de achterste binnenplaats van stadspaleis het Markiezenhof een bijzonder kunstwerk. Het werd gemaakt door Krot & Co, in opdracht van de gemeente, te ere van het honderdste geboortejaar van Anton van Duinkerken. Veel Bergenaren kennen hem vooral als de auteur van Verdediging van Carnaval. Dit schreef hij in 1928 toen het volksfeest -dat pas later lokaal omgedoopt werd tot ‘Vastenavend’- onder vuur lag, met name vanuit de kerk. Zijn eigenlijke naam was Willem Asselbergs en hij genoot landelijk bekendheid als dichter, essayist, hoogleraar, redenaar en literatuurhistoricus.
Kamp Vught
Als ode aan Van Duinkerken verrees op de bewuste binnenplaats een grote telefooncel, volledig gevuld met boeken. Tevens klonk daaruit de stem van de beroemde Bergenaar. Te horen was hoe hij aan medegevangenen in kamp Vught, als verzetsactie tegen de Duitse bezetter, het Wilhelmus uitlegde.
Het werk moest verhuizen
Vanwege de boeken was de link met de gemeentelijke bibliotheek snel gelegd en die kocht het werk dan ook aan. Er ontstonden echter andere plannen voor een deel van de historische panden van het Markiezenhof. De ingang van de bieb verdween en er was sprake van dat er zich een restaurant zou vestigen, vertelt Peter Pel; een van de leden van Krot & Co. Daarom wilde de gemeente dat het kunstwerk er werd weggehaald. Het kreeg een plaats in de beeldentuin van het stadspaleis.
Het eerbetoon in verval
Tot enige jaren terug verzorgde Krot & Co vrijwillig het behoud van kunst in de openbare ruimte in de gemeente. Van schoonmaken tot bepaalde herstelwerkzaamheden, de kunstenaars onderhielden de werken zo veel mogelijk zelf. Daar kwam in 2020 een einde aan, vooral omdat het collectief zich niet gesteund en geholpen, laat staan gewaardeerd voelde. Sindsdien is er aan de meeste werken weinig meer gedaan en dat werd vooral bij het voor Anton van Duinkerken gemaakte eerbetoon steeds beter zichtbaar. Het feit dat de sproeiers die het gras van de binnentuin bestrijken ook de telefooncel steeds nat spoten heeft er niet aan bijgedragen. De stem van de dichter was al jaren niet meer te horen, de sokkel rotte weg en de boeken sloegen bruin uit van de schimmels.
Geen reactie
Twee keer hebben de makers van het eerbetoon zich met een brief gemeld bij de gemeente. Op 18 december en op 16 februari schreven ze het college aan met de vraag wat te doen aan de situatie. Dat het inmiddels niet meer te redden was, zagen ze zelf ook in. In het eerste schrijven staat: “Wat ons betreft mag het naar een vuilstortplaats worden afgevoerd.” Het was ook bedoeld als tijdelijk object, legt Pel uit namens het collectief.
Er kwam echter, op een ontvangstbevestiging na, geen enkele reactie van de gemeente. Daarom hebben de makers besloten de restanten van het eerbetoon in zwart plastic te wikkelen. Om een duidelijk signaal af te geven en om bezoekers van de beeldentuin de trieste aanblik te besparen. Het is ook de spreekwoordelijke druppel, aldus Pel: “De gemeente hoort als een goed huisvader voor die kunst te zorgen en dat doet ze niet.”