Vijftien nieuwe standplaatsen voor woonwagens in Roosendaal
Er moeten vijftien standplaatsen bijkomen voor woonwagens in Roosendaal. Dat heeft de het college van B en W. woensdag bekendgemaakt. Nu zijn er 87 standsplaatsen in de stad. Met de nieuwe plekken wil de gemeente de wachtlijst voor woonwagenbewoners verder terugdringen. Woonwagenkampfamilie Mentzij, die op een protestkamp zit vlak bij sportpark Vierhoeven, laat het er niet bij zitten en spant hoogstwaarschijnlijk een kort geding aan.
Door: Maarten Elst
Eerder dit jaar was het college het er al over eens dat er meer ruimte moest komen voor de woonwagenbewoners, maar waar en hoeveel moest toen nog onderzocht worden. Woensdagavond zijn de raadsleden van het plan op de hoogte gebracht.
De uitbreiding moet op zes bestaande woonwagenkampen gerealiseerd worden. Zo komen er een tot vier standplaatsen bij aan de Van Coothlaan (4), Christiaan Huijgensstraat (4), Sportstraat (2), Beetslaan (2), Damastberg (1) en Boterstraat (2).
De aanleg van de standplaatsen gaat volgens de gemeente wel enige tijd in beslag nemen. er wordt een planologische procedure opgestart en omwonenden van de woonwagenkampen kunnen nog bezwaar maken. Samen met het bouwrijp maken kan het nog zo’n 1,5 tot 2 jaar duren, voordat de eerste woonwagen er kan staan. “Ik begrijp de druk om snel nieuwe plekken te realiseren, maar sneller dan gaat nu eenmaal niet”, zegt wethouder Toine Theunis.
In totaal staan er nu 55 mensen op de wachtlijst voor een standplaats in Roosendaal. De Stichting Woonwagenbeheer Zuid-West Nederland is verantwoordelijk voor het beheer en de toewijzing een plek.
Kat-en-muisspel
De twee gezinnen van woonwagenkampfamilie Mentzij staan inmiddels al vier maanden op een protestkamp vlak bij sportpark Vierhoeven. Hun toekomst blijft voorlopig nog in het ongewisse. “De gemeente Roosendaal speelt hier geen rol in. De stichting gaat over wachtlijsten en plaatsing. Dan zijn ze bij de gemeente Roosendaal aan het verkeerde adres”, zegt Theunis.
Joke Mentzij, woordvoerster van de protesterende woonwagenkampfamilie, laat het er niet bij zitten. “Het lijkt alsof de gemeente een kat-en-muisspel met ons aan het spelen is”, vertelt ze. “De wethouder is niet goed op de hoogte van de woonwagenkampwet. Er zijn inderdaad noodwoningen beschikbaar, maar wij zijn woonwagenkampbewoners, wij zijn ook mensen. Wij willen een tijdelijke standplaats met noodvoorzieningen voor water en elektriciteit, meer vragen we niet.”
De woordvoerster geeft woensdagmiddag aan de feiten nog af te wachten eerdat ze een kort geding aanspant. “Als het niet goedschiks kan, dan moet het kwaadschiks”, meent ze. “We snappen dat er niet voor iedereen zomaar noodvoorzieningen geregeld kunnen worden, maar als er meer mensen in deze situatie zouden zijn, dan hadden ze zich toch al gemeld? We vragen echt niet veel. We horen van andere kampbewoners dat er met hen wel het gesprek wordt gegaan, ook over ons.”
Ook zet Mentzij haar vraagtekens bij de wachtlijsten van de stichting. “Ieder mens met gezond verstand weet dat wij niet voor onze lol hier staan. Ik sta zelf persoonlijk op de elfde plaats van de wachtlijst, dus met vijftien extra standplaatsen lijkt er wel iets voor ons in het vooruitzicht. Maar in die tussentijd moet er iets van tijdelijke voorzieningen komen, we kunnen toch niet de komende twee jaar hier in de kou staan?”