Hoogerheide

Wandelvierdaagse meet and greet: ‘Mooie traditie in Woensdrecht’

Vincent Krijtenburg Vincent Krijtenburg

Op 18 juli gaat de Nijmeegse wandelvierdaagse van start. Meer dan 45.000 mensen wandelen dan 30, 40 of 50 kilometer per dag. Ook vanuit vliegbasis Woensdrecht loopt er een detachement mee. De militairen zijn dan ook volop aan het trainen. Woensdag deden ze dat traditiegetrouw samen met burgers en collegeleden van de gemeente Woensdrecht.

Met militaire precisie vertrokken de wandelaars woensdagmiddag om 12.00 uur vanaf vliegbasis Woensdrecht. Het gezelschap van militairen en burgers loopt onder meer over de Kooiweg, Duinstraat, Onderstal en Huijbergseweg. Het tempo zit er aardig in. En de sfeer ook, is te merken aan de soldatenliederen die door Hoogerheide en Woensdrecht klinken.

De vierdaagse verbroedert

Na een kilometer of vijf komt de wandelgroep aan bij het gemeentehuis. Op uitnodiging van burgemeester Steven Adriaansen gaat het gezelschap naar binnen voor een lunch. “De vierdaagse verbroedert en we werken op allerlei manieren samen met de vliegbasis Woensdrecht. En daarom is het mooi dat dit initiatief er is. Het is al de vijfde of zesde keer dat we dit zo doen”, zegt Adriaansen.

Adri van Zweden is één van de burgers die meeloopt. “Ze liepen wel snel! Normaal lopen we gemiddeld maar 5,5km/u. Nu liepen we zes kilometer per uur. Zo snel zullen wij niet lopen met de Vierdaagse in Nijmegen”, zegt ze.

Like it or hate it

Van Zweden liep al vaker mee en heeft zogezegd het vierdaagsevirus te pakken. Hetzelfde geldt voor commandant Toine. “Het is like it or hate it. Heel veel mensen zeggen op de vierde dag: dit nooit meer. Vervolgens willen ze zich in januari weer inschrijven”, aldus de militair.

De burgemeester liep al elf keer mee, maar slaat dit jaar over omdat het evenement hem teveel tijd zou kosten. “Donderdag loop ik wel een stukje mee met de dag van Groesbeek. En vrijdag ben ik uitgenodigd in Cuijk dus ik hoop iedereen daar ook te zien om ze in ieder geval een warm welkom te heten in Groesbeek en in Cuijk.”