‘We moeten ons schamen’: Ondernemer neemt huisvesting arbeidsmigranten in eigen hand
Schrijnende situaties van arbeidsmigranten die met tien personen op een kamertje slapen en woekerprijzen betalen voor een matras. Deze wantoestanden, die Hendrik Roozen in Den Haag en het Westland aantrof, waren voor hem de drijfveer om zelf actie te ondernemen. “Als dit ons Nederland is, dan moeten wij ons allen heel diep schamen”, aldus de bevlogen ondernemer in gesprek met Streekomroep Zuidwest.
Hendrik is niet alleen ondernemer, maar ook een man met een missie. Met zijn bedrijven Roozen van Hoppe Groep en Workinn, zet hij zich in voor de ontwikkeling van kwalitatief hoogwaardige huisvesting voor arbeidsmigranten. “Wij noemen ze liever internationale werknemers”, benadrukt hij. “Arbeidsmigrant is een beladen term geworden, terwijl deze mensen juist essentieel zijn voor onze economie.”
Thuisgevoel
Zijn aanpak is uniek. Waar anderen vaak kiezen voor minimalistische huisvesting, focussen Roozen en zijn mensen op het creëren van een thuisgevoel. “We investeren in faciliteiten die verder gaan dan alleen brood, bed en bad”, legt hij uit. Denk aan een sportschool, ruimtes om te ontspannen, buitenactiviteiten en zelfs een huisarts op locatie. “De afstand tot zorg is een groot probleem voor arbeidsmigranten. Goede communicatie is essentieel, zeker als iemand zich niet goed voelt.”
Inmiddels een beproefde formule
De eerste locatie van Workinn, in Waalwijk, is al vier jaar een succes. “We houden alles nauwkeurig bij, zowel het technische als het sociale onderhoud. Mensen moeten zich hier thuis voelen.” Heel bijzonder is dat mensen uit de doelgroep soms zelfs bellen met de vraag: Waar moet ik gaan werken om daar te kunnen wonen?
In Moerdijk verrijst binnenkort een tweede locatie. Naar verwachting is die eind 2025 gereed. Hendrik werkt hierbij nauw samen met de gemeente en uitzendbureaus. “Publiek-private samenwerking is cruciaal om dit soort projecten te realiseren.” Hij benadrukt dat huisvesting en arbeid los van elkaar moeten staan. “Wonen is gescheiden van arbeid. We maken één huurprijs per week per kamer voor de uitzendorganisaties. Zij maken vervolgens afspraken met de bewoners.”
Oproep aan politici, ook lokaal
Jaren terug al sprak Hendrik met onder meer Emile Roemer en diens landelijke Aanjaagteam Bescherming Arbeidsmigranten, over hoe met de internationale werknemers omgegaan zou moeten worden. De ondernemer hoopt dat zijn project een voorbeeld is voor anderen. Hij roept andere ondernemers en gemeenten op om verantwoordelijkheid te nemen. “Als iemand ons vraagt hoe we dit doen, delen we graag onze kennis en ervaring.” Ook de politiek moet volgens hem haar verantwoordelijkheid pakken, landelijk én lokaal. “Zorg ervoor dat binnen bestemmingsplannen ruimte is voor tijdelijke woonbestemmingen voor arbeidsmigranten. Maak het mogelijk om dit soort projecten te realiseren en te steunen.”
‘Van onschatbare waarde’
Roozen pleit voor een genuanceerde kijk op arbeidsmigratie. “Er wordt een rem gezet op migratie in zijn algemeenheid, maar arbeidsmigratie is iets anders. Deze mensen komen hier om te werken en zijn van onschatbare waarde voor onze economie.” Hij gelooft in een menswaardige aanpak van huisvesting voor arbeidsmigranten. “Als mensen zich goed voelen, werken ze beter. Dat is niet alleen in hun belang, maar ook in het belang van de werkgevers.” Geregeld krijgt hij van werkgevers en uitzendorganisaties te horen dat het in de praktijk écht zo werkt.
Deze productie kwam mede tot stand met behulp van het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten en het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek.
