Wie profijt heeft, draagt straks meer bij aan waterschap: ‘Iedereen heeft baat bij goed waterbeheer’

De waterschappen hanteren vanaf volgend jaar een nieuw belastingstelsel voor het onderdeel watersystemen. De opbrengst gebruikt het schap onder meer om voldoende en goed oppervlaktewater in stand te houden in het landschap. In het nieuwe belastingstelsel kijkt het waterschap méér naar het profijtbeginsel -wie ervan profiteert, draagt meer bij. Dit betekent dat inwoners van steden en dorpen samen een groter deel van de kosten voor rekening zullen nemen – zegt bestuurder Karin van den Berg, van Waterschap Brabantse Delta. “Want iedereen heeft baat bij goed waterbeheer – óók als je vijfhoog achter in de stad woont.”

Het belangrijkste is, dat elke inwoner bijdraagt aan het behoud van droge voeten en een goede waterkwaliteit, benadrukt de dagelijks bestuurder van Brabantse Delta, Dit is essentieel, niet alleen voor de inwoners zelf, maar ook voor de natuur. Daarom vinden we het belangrijk dat iedere inwoner meebetaalt aan deze voorzieningen.

Karin van den Berg, wat wordt er anders in de verdeling van de kosten?

“De kosten voor het watersysteem worden nu verdeeld over verschillende groepen: inwoners, agrariërs, bedrijven en gemeenten die wegen beheren. De kostenverdeling is aangepast, en nu wordt het profijtbeginsel centraal gesteld. In ons gebied zijn er meer inwoners gekomen, wat betekent dat de bijdrage van inwoners toeneemt van 20 tot 30 procent naar 31 tot 40 procent. Het exacte percentage voor inwoners is nu 31,2 procent, maar dit kan nog binnen een bestuurlijke bandbreedte aangepast worden.”

Wat is er veranderd voor agrariërs?

“De kostentoerekening voor agrariërs is aangepast. Waar het voorheen gebaseerd was op de waarde van het agrarische bedrijf, wordt het nu berekend op basis van het aantal hectares. Dit betekent dat agrariërs in ons gebied meer gaan betalen.”

Hoe zit het met belasting op verharde wegen?

“De wegen in het waterschapsgebied worden nu apart gewaardeerd. Dit betekent dat de wegen nu volledig als 100 procent worden meegeteld, wat een verandering is ten opzichte van de eerdere berekeningen. Brabantse Delta ging eerder uit van 400 procent, later 250 procent. Door deze afwaardering betalen wegenbezitters -zoals gemeenten- dus minder belasting en dat heeft weer gevolgen voor de categorie ‘ongebouwd’.  We moeten nu een stap maken van 250 procent naar 100 procent, wat vooral gevolgen heeft voor agrariërs. Daardoor zullen zij, naast de nieuwe berekeningsmethodiek, in de toekomst meer gaan betalen dan voorheen.”

Verandert de belastingverdeling voor inwoners van dorpen en steden, ofwel de ingezetenen, ook?

“Inwoners zullen per huishouden bij ons voorstel komend jaar juist mínder gaan betalen. Het totale aandeel in de watersysteembelastingen neemt bij ingezetenen wel toe, maar omdat er méér inwoners komen dalen de lasten per huishouden. Wel verwachten we voor iedereen stijging van de totale waterschapsbelasting, maar dat zal voor de meeste mensen niet veel meer zijn dan de kosten van twee kopjes koffie op een terras.

Waarom stijgen de kosten?

‘De kosten stijgen door twee factoren: allereerst worden de kosten voor het waterschap zelf duurder, en daarnaast moeten we meer doen om ons voor te bereiden op de gevolgen van klimaatverandering. Dit leidt tot hogere kosten voor de waterschapsbelastingen, maar het is een geleidelijke stijging.

Hoe wordt het percentage van de inwoners vastgesteld?

“Het voorgestelde percentage van ruim 31 procent is berekend op basis van het aantal dijken en waterlopen in ons gebied. Er is onderzoek gedaan naar de gebiedskenmerken maar er is voor ons geen bijzondere redenen zijn om af te wijken van dit percentage. Het algemeen bestuur moet nog besluiten of ze de bandbreedte van 31 tot 40 procent willen gebruiken, maar ons voorstel is om vast te houden aan de rekenkundige methode. Als het algemeen bestuur daarvan wil afwijken, zal dat heel goed onderbouwd moeten zijn.”

Komende woensdag bespreekt het algemeen bestuur van het Waterschap de nieuwe belastingberekening in de commissie. Wordt dat een stevig debat, denk je?

“We verwachten als dagelijks bestuur geen grote discussies, behalve mogelijk over de verdeling van de kosten binnen bepaalde categorieën, zoals het bemalen en onbemalen gebied. Deze discussie zal in de vergadering van mei plaatsvinden.”