Roosendaal

Wooncorporatie Alwel wil verschil in huurbedrag niet nader toelichten

De betreffende flat aan de Burgemeester Freijterslaan

Hans-Jorg van Broekhoven Hans-Jorg van Broekhoven

De ene huurder is de andere niet, daarom houden wooncoöperaties verschillende constructies aan om doelgroepen en mensen zelfs individueel te bedienen. Tot zover logisch en maatschappelijk gezien ook nodig. Vreemder wordt het als huurders in vergelijkbare situaties flinke verschillen in hun maandbedrag ontdekken. Het overkwam Roosendaler Marcel van Dalen. Wooncorporatie Alwel heeft het deels rechtgezet maar wil hem niet volledig tegemoetkomen. De vele duizenden euro’s die hij extra betaalde is hij kwijt.

Marcel woont sinds mei 2013 aan de Burgemeester Freijterslaan in Roosendaal. In eerste instantie voelde hij zich zeer geholpen door Aramis, de toenmalige woningbouwvereniging die door fusies in het huidige Alwel is opgegaan. Door vervelende privéomstandigheden was er snel een woning nodig. Hij kwam er eigenlijk niet voor in aanmerking maar er werd een uitzondering gemaakt omdat hier plaats was.

Fikse verschillen

De eerste jaren had Marcel vooral nodig om een aantal privézaken weer op orde te krijgen. Hij was dus niet bepaald bezig met zijn huurvoorwaarden en de staat waarin zijn flatwoning verkeerde. Een aantal jaren terug echter ontdekte hij dat hij veel meer huur betaalde dan zijn buren. Het scheelde soms honderden euro’s per maand. Marcel: “Als het een paar tientjes is, kan ik daar mee leven. Maar ik heb al die jaren veel meer betaald als de buurman en die is hier twee maanden later komen wonen.” Hij kwam er ook pas toen achter dat de hele flat als sociale sector is geoormerkt en alleen zijn adres tot vrije sector is bestempeld. Toch wonen er mensen met vergelijkbare inkomsten, die aanzienlijk minder betalen.

De huurgrens voor deze flat was eigenlijk 684 euro per maand, ontdekte Van Dalen later, maar hij ging 722 betalen. Dat zijn adres door Alwel werd geoormerkt als vrijesectorwoning werd hem niet verteld, het staat zelfs niet in het huurcontract. Bovendien was er niets opgeknapt toen hij zijn woning betrok. De vorige bewoner was invalide en had bijvoorbeeld beugels in het toilet. Die waren wel weggehaald maar de boorgaten zaten nog onafgewerkt in de muur. Er is bovendien sprake van schimmelvorming in zijn badkamer.

Geen reactie, laat staan uitleg

Nadat Marcel het grote verschil in huurprijs ontdekte nam hij contact op met Alwel. Daar werd bevestigd dat de woningcorporatie dit adres als vrije sector heeft geoormerkt maar een reden hiervoor werd hem niet gegeven. Hij bleef er sindsdien geregeld om vragen, zette er zelfs via zijn rechtsbijstandverzekering een jurist op. Maar het hielp allemaal niets; “Er kwam niks terug.” Zijn advocaat kon alleen maar concluderen dat juridisch gezien Alwel niets verkeerd deed, dus dat was een dood spoor. Ook de Huurcommissie bleek niets voor hem te kunnen betekenen, omdat zijn salaris net te hoog was.

Media ingezet

Inmiddels is er wel wat veranderd. Onlangs was hij de situatie zo beu dat hij op de zeer goed bezochte Facebookgroep Wat Gebeurt Er Allemaal In Roosendaal zijn verhaal deed. Het leverde heel wat reacties op. Het relaas kwam ook terecht bij de ombudsjournalist van Streekomroep ZuidWest. Die zocht contact met een woordvoerder van de corporatie en -toeval of niet- een dag later werd Marcel uitgenodigd door Rob van Son, vestigingsmanager bij Alwel Roosendaal. Dat gesprek leverde een maandelijks huurverlaging op van 136 euro. Geen overbodige besparing op zijn kosten want hij heeft na alles wat hem overkwam al lang niet meer het inkomen van toen hij hier kwam wonen.

Wel vooruitgang maar niet alles is opgelost

Het was een mooie eerste tegemoetkoming, vindt Marcel, maar waarop die mindering is gebaseerd is verder niet toegelicht. En nog altijd betaalt Marcel 73 euro meer dan bijvoorbeeld een stel dat ook in de flat woont, met nota bene dubbele inkomens. Daarom vroeg hij om een vervolggesprek bij Alwel. Daar heeft men hem laten weten zijn huur niet verder te willen verlagen. Wel worden binnenkort zijn badkamer en keuken vernieuwd. Dat mag ook wel, vindt Marcel. Er was immers niets aan gedaan toen hij de flat betrok.

Het voelt voor hem als oneerlijk en zelfs als een hoge mate van willekeur dat de corporatie dit soort beslissingen over huurbedragen neemt, zonder dat er openheid van zaken en ruimte voor overleg is. “In ben huurder, ik betaal hun salaris”, stelt hij geïrriteerd vast. Ook steekt het feit dat hij al die jaren niet serieus werd genomen en nu de media zijn ingezet ineens wél. Hij heeft het een woonconsulent op een gegeven moment ook gewoon gevraagd: “Waar was jij drie jaar geleden dan? Ik ben al drie jaar aan het vechten.” Hij kreeg er geen antwoord op.

Alwel houdt de boot af

Onze ombudsman vroeg Alwel om een gesprek waarin Marcel zijn overgebleven grieven met hen door kon nemen, hopende op antwoorden en wellicht zelfs een nog eerlijkere huurprijs. Dan kon de wooncorporatie meteen uitleggen hoe het beleid op dit vlak eigenlijk in elkaar steekt, daar hebben anderen mogelijk ook wat aan.

Vestigingsmanager Rob van Son liet pas anderhalve week later per e-mail weten daar geen behoefte aan te hebben. Hij vindt dat er genoeg over gesproken is, wil niet publiekelijk op de kwestie ingaan en sluit zijn korte reactie af met: “Ons standpunt is helder en bekend bij de heer Van Dalen.” Op de vraag om een meer algemene uitleg over het gehanteerde beleid is helemaal niet ingegaan.